24 March 2010
Stoppen met CO2 afvang en opslag is een recept voor klimaatverandering
Het artikel "Partijen komen met Deltaplan 'nieuwe energie' (16 maart)" schetst een toekomstbeeld waarbij in 2050 Nederland volledig op duurzame energie draait. Hiertoe, zo concluderen specialisten van een zestal politieke partijen, zullen vergaande maatregelen nodig zijn. Ook het niet langer door de overheid subsidiëren van onderzoek en ontwikkeling van CO2-opslag behoort tot deze maatregelen.
Het is wenselijk dat het toekomstbeeld in 2050 realiteit wordt. Dat is in principe ook mogelijk, maar de hiervoor te implementeren maatregelen hebben een breed politiek, economisch en maatschappelijk draagvlak nodig. Een complete omschakeling van fossiele energie naar duurzame energie is zeer ingrijpend. Het is de vraag of de maatschappij in zijn geheel hiervoor de noodzakelijke offers wil brengen.
Het Internationaal Energie Agentschap en andere toonaangevende internationale organisaties houden zelfs in hun meest duurzame scenario's rekening met een beperktere "maakbaarheid" van de energievoorziening. Niemand ziet daarbij de inzet van CO2-afvang en opslag (CCS) als permanente oplossing, maar als transitiemaatregel maakt CCS een overgang naar een duurzame samenleving beter realiseerbaar - en ook goedkoper.
De stelligheid waarmee de duurzame specialisten van de zes politieke partijen het snel opraken van fossiele brandstoffen voorspellen is op z'n minst twijfelachtig. Fossiele brandstoffen worden weliswaar steeds lastiger winbaar, maar de voorraad is de komende decennia nog niet uitgeput. De voorraden aan kolen zijn zelfs toereikend voor een veel langere periode, wellicht zelfs voor enkele eeuwen. Als de wereld deze voorraad gaat gebruiken - zonder CO2-afvang en opslag - zal ons klimaat ernstig veranderen.
In het rapport van de politieke duurzaamheidswerkgroepen ligt de nadruk op de elektriciteitsproductie. Het is goed te weten dat de elektriciteitssector momenteel verantwoordelijk is voor een kwart van de CO2-uitstoot. Met het verbieden van nieuwe conventionele centrales kom je er dus niet. Om ons klimaat te redden zullen ook raffinaderijen, hoogovens en andere industrie CO2-arm moeten worden. Ook hier kan CO2-afvang en opslag een forse bijdrage leveren. CCS is, kortom, een technologie waarvan de mogelijkheden uitgebreid onderzocht moeten worden en die ontwikkeld moet worden.
Nederland heeft in de ontwikkeling van CCS een bijzondere positie in de wereld door een unieke combinatie van de aanwezigheid van potentiële CO2-opslaglocaties, de nabijheid van grote CO2-bronnen en de uitstekende kennisinfrastructuur. De daadwerkelijke toepassing van CCS zal echter nog een significante inspanning vragen rondom technische, economische en maatschappelijke issues. Het kan niet anders dan dat de overheid hierin een cruciale rol speelt. Zonder onderzoek - in Nederland momenteel uitgevoerd binnen het nationale onderzoeksprogramma CATO- zullen we nooit weten of CCS een reële optie is. Ook in het aantonen van de technologie in grootschalige demo's is participatie van de overheid onontbeerlijk.
Vanzelfsprekend is dit geen blanco cheque. De vervuiler zal zelf moeten betalen voor afvang en opslag van zijn eigen CO2. Maar je mag van bedrijven niet eisen dat zij zelf ook volledig opdraaien voor alle kosten van onderzoek en ontwikkeling van veelbelovende koolstofarme technologieën zoals CCS, zoals dat bij duurzame energie ook niet gebeurt.
Jan Brouwer
Directeur nationaal onderzoeksprogramma CO2 afvang en opslag, CATO